
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1366
1
De luchtvrachtbrief wordt door de afzender opgemaakt in drie oorspronkelijke exemplaren.
2
Het eerste exemplaar bevat de vermelding ?voor de vervoerder?; het wordt getekend door de afzender. Het tweede exemplaar bevat de vermelding ?voor de afzender?; het wordt getekend door de afzender en de vervoerder. Het derde exemplaar wordt getekend door de vervoerder en door hem, na ontvangst van de zaken, aan de afzender overhandigd.
3
De handtekening van de vervoerder en die van de afzender kunnen worden gedrukt of vervangen door een stempel dan wel langs electronische weg worden gezet.
4
Indien, op verzoek van de afzender, de vervoerder de luchtvrachtbrief opmaakt, wordt hij vermoed te handelen namens de afzender.
5
De artikelen 56, tweede lid, 75, eerste lid, en 186, eerste lid, van Boek 2 zijn niet van toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.